Kris Vesseur
- 21 nov. 2019
Struindrang.
De geur van weleer in de oude banken en matrassen het bed van eikenhout en de trui met pailletten; er missen er een paar maar dat mag de pret niet deren Op zoek naar parels en naar openslaande deuren het lijkt verdacht veel op diepzeeduiken Jij zegt iets in een fluister in een jasje van geweven goud enkel voor de weelde, slechts wanneer er wordt vergaan dus uitsluitend voor de dood En ik spreek terug want hier begint het vlij mij maar en heb mij liever in je doorgewinterd kri
Kris Vesseur
- 30 aug. 2019
Ongesteld.
Ik laat mij ombouwen tot man dat staat buiten kijf Ik heb een terrorist ontmoet het is mijn vrouwenlijf #gedichten
Kris Vesseur
- 29 aug. 2019
Thuiskomst.
Je voelt als thuis, zegt hij
in beknopte en bebloemde
zinnen, met hier en daar
een ik of mij
een als of dan terwijl ik mijn tanden poets
pinken de tranen
tot om zijn lippen Ik veranker het gevoel
dat ik kende maar niet
koesterde; al wat niet weet
is al wat mij deert De kinderstem, een veer en
een gestorven vlinder - genoeg
om op te noemen - en ik ben
sterk en zwak en heimelijk Ik ben thuisloos, fluister ik
hij hoort me niet, hoe kan hij ook; zolang ik nog maar zingen kan En
Kris Vesseur
- 22 okt. 2017
Dode liefde.
“Geef me een opdracht”, sprak hij gretig. Zijn wijntje balancerend in zijn grote glas; bijna over de randen klotsend. De anderen dronken gin. “Ik wil uitgedaagd worden”. Ik vertelde hem over de tijd, mijn studententijd, waarin ik met mijn vader wekelijks ollekebollekes uitwisselde. Ik vertelde hem over onze woordgrappen en over de (zelfopgelegde?) opdracht een liefdesgedicht te schrijven over necrofilie. Ik bedacht me dat hij dat ook wel zou kunnen en dus; zodoende. Een kwart
Kris Vesseur
- 11 apr. 2017
Conicho.
Het duistere omringde me
dat was vroeger - en het nu
is de toekomst - toen ik het
utopische niet meer kon verdragen Het duivelse omcirkelt mij
aan mijn zij, in mij, uit mijn eigen ei
ik kan schreeuwen wat ik wil, dichten,
zingen, nauwelijks huilen de man die ik met 'u' aanduid
bent u soms niet goed bij uw hoofd meneer?
het loopt immer over in elkander
het vroeger en de weleer en dan hebben we -- alsof dat
allemaal nog niet genoeg is -
ook het heden nog; Verbaas me dat mijn z
Kris Vesseur
- 16 feb. 2017
Moederliefde.
Als ik een web weef
ben jij er dan om mij te
ontrafelen misschien? Troost mij niet
het zijn mijn gedachten
En mijn denken
kan jij toch niet zien Fanatisme heeft mijn
fatalisme eindelijk van
de troon gegooid help mij niet
het zijn mijn wonden
en zout heb ik nog
nooit gestrooid geen kat die aast op onze
liefde, geen vogel die haar
nest heeft onderbouwt kus mij niet
het is mijn vertrouwen
en mensen heb ik
nooit vertrouwd Maar jou,
Kris Vesseur
- 28 jan. 2017
Lijdend voorwerp.
'Klikt het?', schreef hij
terwijl hij klikte en ik;
het klikken
niet verleerd het keurmerk had ik onder
een vlammetje verhit
en drukte ik nu
voorzichtig op
zijn voorhoofd het moeten kunnen willen
Ik kan niet, ik mag niet:
mijn huid als ribfluweel
slechts één aanraking
het siddert doch
ultiem professioneel en ben ik raar of
doorgedraaid;
ambitieus of suïcidaal
enkel met een vorm van liefde
spreekt mijn gelaat, mijn
welgevormde, droge lippen
de ambigu- en koffie-taal een dubbel
Kris Vesseur
- 4 jun. 2016
De zondaar.
En als mijn zonden innerlijk overlopen kus je mijn wonden net als vroeger zeg je nu gaat het over elk plekje op mijn huid dat ken je – en ondertussen; zijn er nog resten? ben ik schoon? het bloed rond je lippen ik kus je in gedachten pleeg zwijgend meineed dit is pijn gedeeld door twee #gedichten
Kris Vesseur
- 12 apr. 2016
Vocht.
Ze is gestopt haar tranen te benoemen Hendrik, Annabel en Josefien ze werden geboren en na de korte levensloop op haar wangen stierven ze, zo snel al, een dood in duizend spetters Ze is gestopt met sturen haar roer heeft ze verankerd immers was het niet bevestigd aan de werkelijkheid Haar lippen prevelen de spreuken om demonen te bezweren haar handen wapperen de wegen weg behalve als ze zingt Het kind in haar roept dat ze moet slapen tot de dageraad en verder maar de nacht he
Kris Vesseur
- 14 jan. 2016
Lijmresten.
En als dan eindelijk de tranen komen geroerd of ontroerd ben ik bang is het door de man wiens ogen te dicht op elkaar staan of hij met zijn tong in mijn mond de bassist van die groep hiervoor dan met zijn verrotte hoofd en verdorven hart of heb ik hem verward met iemand anders, iemand van vroeger één van vierentwintig duivels terug Lieverd, wees verzekerd en beeld mij af zoals je wilt; wees niet bang want ik ben er nog wel even wanneer je slaat met een weergaloos elan en het