Kerstbomen en wapens.
Van de week zei iemand tegen mij dat 2017 zijn jaar zou worden. “Kunnen we haar delen?” wierp ik op, want ook ik had eigenlijk een ik-jaar in de planning. Er werd gelachen. Jaren deel je niet. Goede voornemens wellicht, maar geen jaren.
Van nature hebben mensen de neiging om zich pessimistisch op te stellen, maar zo, tegen de jaarwisseling aan, worden ze overspoeld met een lading optimisme, want, tabula rasa. Zo is het ook; ik zie het nieuwe jaar altijd het liefst als een onbeschreven blad, klaar om volgepend te worden. De leegte van de nieuwe agenda stemt mij zowel melancholisch als hoopvol. Het jaar ligt nog volledig open. Het doet mij denken aan de tijd waarin ik niet digitaal, maar gewoon nog met de hand mijn schrijfsels schreef; was het boekje vol, dan kocht ik een nieuwe, en durfde ik er weken lang niet in te beginnen omdat het begin natuurlijk wel ontzettend goed moest zijn. Een jaarwisseling is dát, maar dan in het eggie.
Komend jaar wordt ik 30. 30 is best oud, vind ik.
Altijd zo rond deze tijd denk ik terug aan mijn 22e verjaardag. 8 jaar geleden, en een dramatische dag. Ik werd een week of 3 voor die 21e april opgenomen op de crisisafdeling van het UMCG alwaar ik mijn verjaardag diende te vieren (en ijsje in de etenskar, een mede-cliënt die taartjes bakte – de meeste van die lekkernijen liet ik staat of smeerde ik zorgvuldig uit over de afdeling). En dan had je nog die Theo, de lelijkerd, die 2 dagen later vond dat ik genoeg van de slingers had genoten die mijn beste vriend had opgehangen in mijn kleine crisishok. “Míjn kamer”, gilde ik toen hij ze, nog onvoorzichtig ook, van de muren haalde. Die man was meer sadist dat verpleegkundige, vond ik toen tenminste, maar vind ik eigenlijk nog steeds. Sommigen zijn niet geschikt voor die kleine dictaturen die heersen in de gekkenhuizen, het verworden kleine Hitlertjes, mini-sadisten: de kleine Stanford-Prison-Experimenten die op kleine schaal uit de hand lopen.
Was het dat jaar, of het jaar daarna, dat ik intern mijn kerst moest vieren? Kerstboom uit de doos, optuigen met kerstballen die je stuk kon slaan en zo je wapens vormden. Snoeren kerstlampjes waaraan, zo stelde ik me voor, al menigeen zich had verhangen.
Het is een tijd die nog niet zo lang geleden lijkt. 8 jaar is best lang, zeker in het leven van een 29 jarige. Het staat me allemaal nog zo helder voor het geestesoog. Telt uw zegeningen. Ik tel de dagen niet meer sinds de laatste keer ziekenhuis. Al jaren ben ik opname-vrij, redelijk psychose-vrij – in dichtvorm; eigenlijk gaat het goed met mij.
Ik zat van de week nog in de kroeg, eerst met jarige vriend, toen met directeurachtigmeneer van GGZ Drenthe, die mij enkele maanden geleden had beoordeeld op die sollicitatie waar ik het nét niet was geworden. Of ik nog steeds de zorg in wilde, vroeg hij. Ik gaf geen antwoord, althans, ik zei vanalles maar ontweek zorgvuldig de woorden “ja” en “nee” want heel eerlijk gezegd weet ik het niet. De kwetsbaarheid, zei hij, die druipt er van af. Tsja, ach.
Wat is kwetsbaarheid? Ergens brengt ook dit me weer terug bij dat vroegere, alwaar ik voornamelijk bezig was met superieur zijn. Ik vermoed dat alleen een psychiatrisch patiënt, in ieder geval de psychiatrisch patiënt die ik toen was, zich tegelijkertijd meer- en minderwaardig kan voelen. Dat was mijn kracht. Het kwetsbaar zijn en het tegelijkertijd zo krachtig zijn in mijn verbittering. Betekent kwetsbaarheid niet dat je geraakt kan worden door een ander? Moet je niet samenleven met op z'n minst één ander om kwetsbaar te kunnen zijn? Of kan je ook kwetsbaar zijn als je alleen bent? In mijn optiek niet.
Helaas, en ook Godzijdank, ben ik kwetsbaar. Dit omdat ik ín het leven sta, ín de wereld alwaar anderen zijn, leven, lachen en op hun beurt kwetsbaar en krachtig zijn.
Ik ben blij dat ik weer een jaar geleefd heb. En een relatief goed jaar, ook dat nog!
Lieve medemensch; een goed uiteinde, een goede start en een gezond 2017. Wees de veelkleurige, lieve, gruwelijke, aardige, sadistische en fantastische mensenbrei die jullie zijn. Ik kan inmiddels weer roepen dat ik er weer deel van uit zal maken in het nieuwe jaar.
Gegroet!
K