Struindrang.
De geur van weleer in
de oude banken en matrassen
het bed van eikenhout en
de trui met pailletten;
er missen er een paar maar
dat mag de pret niet deren
Op zoek naar parels en
naar openslaande deuren
het lijkt verdacht veel
op diepzeeduiken
Jij zegt iets in een fluister
in een jasje van geweven goud
enkel voor de weelde, slechts
wanneer er wordt vergaan dus
uitsluitend voor de dood
En ik spreek terug want
hier begint het
vlij mij maar
en heb mij liever
in je doorgewinterd
kringloopschoot