De vondeling.
De vogels op het erf van de dokter die meer vriendin is "zie je ze?" stuurt ze terwijl ik in half-slaap denk aan de muis in mijn tuin die ik Frits doopte
"ik hoor niets aan je" zegt ze terwijl de verbinding vervalt in gehakkel en geruis kenmerkend voor mijn denken dat ik als sluier gebruik om maar niet te hoeven zien
Wat in me huist is de vondeling die ik niet ken maar wel ontmoette in de dagen van intens gemijmer terwijl de buurman op 't raam bonkt en vraagt wat ik zal eten; ik voel enkel, alleen, het grote zijn van het abrupt bestaan
Of ik vaak aan de dood denk, vraagt ze
nogthans denk ik vaker aan het leven
dat zal eindigen op plaats en tijd
in de ondoorgrondelijke wegen
van het goddeloze
Maar zolang de vogels uitvliegen voedsel voor de kinders retourneren ben ik slechts de vondeling: de wees van het leven met de muis in de tuin
Comments