top of page

Schatzoeken.

Met mijn handen in de modder

graaf ik naar de zin


Ik zei nog tegen haar

dat ik eruit zie als een piraat

met vingernagels met rouwranden

en ledematen vol littekens


Ze zegt dat ik de kapitein ben

over eigen schip en tocht

en dat landkaarten zinloos zijn

want niemand weet

waar de schat begraven ligt


Op de bodem van de zee

kom ik tot rust

naast het scheepswrak

dat ooit mijn leven was


Het is wennen

zonder houten poot en haak

en met lange mouwen

ziet niemand dat ik vroeger

iemand anders was


Dat ik zeeën heb bevaren

en mensen heb gedood

dat ik kinderen kielhaalde

die zich op mijn wateren begaven:

dat ik meedogenloos kon zijn


Met mijn handen in de modder

graaf ik naar de zin

van leven zonder ziekte

van schatzoeken zonder einddoel

van strijd zonder gewin

bottom of page