Zomernacht.
De avond valt als beton en
tijdloze tanden zetten zich
met onmenselijke krachten
in mijn bovenarm
Ik verlang naar vroeger
toen ik niet wist wie ik was
een onbekend wezen met
duidelijke taken
Maar ik ben hier
in het hedendaagse
met mooie mensen
waarbij ik mij een weg
baan door hun werkelijkheid
De liefde pakt mijn hand
wanneer de tranen komen
"Wat is er?" fluistert hij met
stenen woorden en ik
blijf stil
In mijn gedachten
vertel ik hem alles
dat ik zou willen dat
hij wist wie ik ben
Dat ik het tegelijkertijd
te warm en te koud heb en
dat ik liever niet meer zing
コメント