Nieuwerwets.
Ik heb ze al gezien voordat ze mij zien. Hoewel ik niet mijn minst camouflerende kleding uit de kast had getrokken die ochtend, stak mijn witte petticoat schel af tegen de kleurrijke pakjes die ze droegen. Veren tooiden hun petjes en, zoals een echte Piet betaamd, droegen ze zo'n witte tas met snoepgoed in hun gehandschoende knuistjes.
Met de grootst mogelijke moeite probeer ik de datum van vandaag voor de geest te halen. Komt de boot elk jaar eerder, of ben ik met het verliezen van de magie ook de lange aanloop in november vergeten? Hoe dan ook, ik vermoed dat december binnenkort zijn intrede doet.
Tradities. De maand staat er bol van. De nationale en de persoonlijke, hoewel het lijkt alsof die twee steeds meer verweven met elkaar. Racisme (of: de angst om racist te worden genoemd?) overschaduwt al jaren het sinterklaasfeest, en krijgt zo een nogal grillig en verdeeld karakter.
Ik volg zo nu en dan de pietendiscussie wel hoor, maar over het algemeen ben ik de wintermaanden nogal druk met mijn eigen tradities; de jaarlijkse trip naar Brabant voor de familie en het vechten tegen de winterdepressie.
Er was een tijd waarin ik zwarte piet een beetje eng vond. Met zijn zijn rode lippen en zijn grote gouden oorbellen. Pas toen ik het er een paar dagen geleden met vriendlief over had en hij mij wist te vertellen dat ze die oorringen al jaren hadden afgeschaft omdat het teveel connecties had met het slavenverleden, viel me op dat het me niet opviel. En dat terwijl ik er als kind zo gefocussed op was geweest. Misschien omdat mijn voorkeur uit gaat naar zilver, misschien omdat ik zelf altijd al gaatjes in mijn oren wilde (ik kan mij niet herinneren hoe oud ik was toen oma mij meenam naar de juwelier om ze te laten schieten. Ik weet slechts nog dat ik bang was omdat ik dacht dat ze me tegen een muur zouden zetten en vanaf een paar meter afstand dat pistooltje op me zouden richten. Ik zag al voor me dat het oorknopje zodoende in mijn wang zou belanden. En ik wist heus wel dat die juweliers schietlessen bij de politie hadden gehad, ook toen al had ik niet veel vertrouwen in mijn medemens.)
Voors en tegens. Na het afschaffen van de negerzoen is het nu tijd Piet ter discussie te stellen. Bussen met mensen die bussen met mensen tegenhouden. Ellenlange discussies op Facebook die ik zo nu en dan wel lees.
Ik houd me een beetje verre van het vormen van een mening. Simpelweg omdat mijn mening er niet toe doet. Net zoals de mening van elke andere volwassene er in mijn ogen niet echt toe doet. Traditie, tsja. Rascisme, tsja. Er valt voor alles wat te zeggen, maar vergeten we niet even waar het om gaat. Magie, dames en heren, pure magie.
Sint en Piet (al dan niet zwart) zijn tovenaars. Helden. Ze zijn lief want, cadeaus. Sinterklaas is zo nu en dan wat oubollig (heerlijk vind ik dat). Maar dan is daar Piet, levendig, gek en - misschien nog het belangrijkste - overladen met lekkernijen.
Wat ik eigenlijk wil zeggen is dat het mij niet uitmaakt welke kleur Piet heeft. Net zoals het alle kinderen van Nederland niet uitmaakt. Maar de hele discussie maakt me zo in de war. En dan ben ik, op de goede dagen, zelfs geen kind meer.
Waarom is er niet iemand, iemand als Mark Rutte of de échte sinterklaas, die een keuze maakt? Zwarte piet blijft zwart. Einde discussie. Of, zwarte piet wordt paars omdat er een fee langskwam die hem met feeënstof besprenkelde en hem haar lievelingshuidskleur (mooi woord?) gaf. Einde discussie.
Er moet me van het hart dat ik blij ben geen kinderen te hebben die ik moet uitleggen waarom Piet bij de intocht op tv zwart is, en door de straten van mijn kleine appartement in Amsterdam wit met roetvegen. Ik red me wel hoor, want ook pieten moeten worden opgeleid, en worden na eenmaal schoorsteen natuurlijk niet meteen zo zwart als roet. Wel hoop ik dat de stroofwafelpiet een eenmalig incident was, want ook mijn creativiteit kent grenzen.
Dit hele betoog is eigenlijk meer een akte van het missen van mijn kindertijd. Toen we nog in Tilburg woonden en we niet 2 uur in de auto hoefden. Toen mijn kerstmaal bestond uit patat met appelmoes. Toen we bij oma sinterklaas vierden, en opa de zak met cadeaus aan het plafond hing, en wij ons elk jaar het schompes zochten. Tot opa doodging, want oma had niet genoeg kracht de zak aan die haak te hijsen en was verder ook niet zo goed in het verstoppen van dingen, waarvan Pasen ook getuigde.
Ergens voel ik me aangetast in die kinderlijke illusies. Voor mij is Piet een zwarte Piet, maar mijn beleving vervaagt toch en mijn mening doet er niet toe.
De jaren na het doorbreken van de magie (mijn broer vertelde mij het een jaar eerder dan mijn ouders het hadden willen doen, met waterige ogen, ik was zijn steun en toeverlaat) schoot ik mijn oren vol met gaten. Ik draag ze niet meer, mijn ringen, net zo min als het knopje in mijn lip. Tegenwoordig worden zelfs oorbellen niet meer geschoten maar gepierced. We gaan met onze tijd mee.