top of page

De dromenbibliotheek.

Ik vraag me af of er mensen zijn die bij het lezen van de titel van dit stuk meteen weten waar het over gaat. Eigenlijk heb ik mij mijn hele dromerige leven afgevraagd of er meer mensen zijn die een dromenbibliotheek hebben. Voor het geval dat ik de enige ben: ik leg het uit.


Iedereen kent dat moment tussen slapen en waken in. Eigenlijk is dat het moment wanneer je in slaap valt, maar nog lucide bent en doorhebt dat je wegdommelt. Soms, als je partner nog wat zegt of vraagt, geef je een raar antwoord omdat je al half in een droom bent gewandeld. "Lekker slapen, schat" zegt hij. "Ja, neem jij de ijsjes even mee?" antwoord ik, dromend dat het al weer lente is en we aan ons eerste softijsje zitten in een waterig zonnetje in het centrum.


In dat moment opent soms de dromenbibliotheek. Meestal gebeurt dat als ik wegdommel in een droom die ik al eerder heb gehad. De droom dient zich aan terwijl ik nog niet volledig slaap. En dan ga ik deuren binnen van de bieb en zie ik alle dromen die ik ooit gehad heb. Ik kan ze, als boeken, bekijken, terugzetten, kiezen. Ik kan bepalen met welke droom ik mijn nacht wil gaan beginnen. Dus ik kies, en val in een diepe slaap. De droom begint zoals altijd, zoals ik zojuist besloten heb. Na een tijdje neemt de droom een andere wending, waarschijnlijk wanneer ik niet meer nét wakker genoeg ben om me nog bewust te zijn van dat wat er gebeurt. De volgende dag vervliegt de droom weer. Ik kan haar met geen mogelijkheid herinneren, zoals dat gaat met de meeste dromen. Ze vervaagt en verliest zichzelf weer in mijn onderbewustzijn, om niet meer teruggevonden te worden. Tot dus het moment dat de dromenbibliotheek zich weer voor me zal openen. Soms duurt dat een dag of 2, soms maanden, zo lang dat ik haast vergeet dat ik over de dromenbieb beschik.


Helaas zijn er ook de nachtmerries. De dromen die ik herhaaldelijk aangediend krijg als de bieb dicht is. Vroeger vaker, later minder, nu weer in volle glorie. Ik word zwetend of huilend wakker. Dat laatste is een trucje dat ik mezelf heb aangeleerd. Wanneer ik ga huilen in een droom, doe ik dat ook in het bed waarin ik vervolgens meteen ontwaak. Dan is het zaak om even werkelijk wakker te worden, een sigaretje te roken of zo, zodat ik bij het herinslapen niet gewoon weer verder ga met de ellende. Ook deze dromen zitten in de bieb, maar vanzelfsprekend kies ik ze zelf niet uit. Ze komen pas wanneer de bibliotheek is weggezakt in de vergetelheid. DICHT! staat er met koeienletters op de imposante deur gekalkt. De bieb is dicht, en ik weet niet wanneer ze weer opengaat.


Ondanks mijn aangeleerd talent voor het knopen van dromenvangers, blijven de nachtmerries zich nu weer aan me openbaren. Ik weet wel hoe dat komt.


Vorige week kreeg ik een telefoontje van de huisarts. Ik was bij hem geweest, een kleine week eerder, om een uitstrijkje te laten maken. De laatste van de jaarlijkse check nadat het 6 jaar geleden mis was geweest. Als deze weer goed zou zijn, zou ik weer voor 5 jaar verlost zijn van die ellendige uitstrijkjes, dan kon ik weer mee in het bevolkingsonderzoek wat aanzienlijk minder vaak hoeft. De dokter belde laat, op een maandag, half 9, ik nam niet op want hij belde vanzelfsprekend met een privenummer. Op mijn voicemail hoorde ik de vriendelijke stem van mijn even vriendelijke dokter die me verzocht om, wanneer hij zo zou terugbellen, toch op te nemen. Allicht meteen stress, ook omdat ik de uitslag pas een week later had verwacht. De beste man belde na 10 minuten terug. Het was weer mis.


De droom is de wachttijd. De droom die ik nu weer bijna elke nacht heb is het wachten op gynaecologen, biopten en uitslagen. In de droom wacht ik op zekerheid, op ellende, op herstel, op..... ja, op wat?


Ik wacht op het moment dat ik weer tussen slapen en waken inzit. Ik wacht totdat de bibliothecaresse het bordje met DICHT! omdraait en vrolijk door het glas van de deuren naar me zwaait. "Hey, daar ben je weer", zegt ze "dat is lang geleden, we hebben je gemist". Ik wacht op het moment dat ik vervolgens de bibliotheek in loop en langs de eindeloze rijen van dromen struin, de sectie 'nachtmerries' professioneel vermijdend. Ik bekijk ze allemaal, en kies zorgvuldig het begin van de nacht die komen gaat. Dit is mijn lievelingsplek.


Misschien dat ik daarom zoveel boeken heb, die ik steeds anders sorteer (momenteel staan ze op kleur en kan ik niets meer terugvinden). Misschien dat ik daarom bibliotheken zo magisch vind. Ik herinner me een film over een jongen die in een bieb in een boek kon leven. Geen idee meer hoe die heet. Als kind ooit gezien. Misschien is dat de oorsprong van de dromenbieb, want dat is feitelijk hetzelfde.


Dit is mijn lievelingsplek. Ik baal ervan dat ik er niet naartoe kan wandelen, en dat zij eigenlijk kiest wanneer ik haar kan betreden. Op die manier blijft het wel bijzonder natuurlijk. Misschien dat ik bij mijn spoedsessie EMDR aankomende maandag eens met de therapeute kan bekijken hoe ik de bieb kan vinden als ze verstopt zit. Op die manier kan ik elke nacht aan de nachtmerries proberen te ontsnappen.


De nachtmerries, allemaal keurig naast elkaar, gesorteerd op kleur en hevigheid. Gewoon onthouden, fluister ik tegen mezelf als we in bed kruipen. Gewoon gaan huilen.


Gewoon heel hard gaan huilen, dan word je wakker.

Comments


bottom of page