Stenen en zeepbellen.
Ik ben een nieuwsmijder. Dat ben ik al sinds mijn eerste opname in 2009, toen er tijdens koninginnedag een auto inreed op een mensenmassa en ik ervan overtuigd was dat dat mijn schuld was omdat ik me die dag dramatisch gedragen had. De laatste maanden (en we zijn al bijna een jaar verder!) mijd ik het nieuws nog meer dan voorheen. Ik denk er zelfs over om mijn Facebook te deactiveren, zodat de weinige info die mij via dit medium nog bereikt, mij niet meer op onverwachte momenten overvalt. Ik heb alle social media uitsluitend voor de kunstuitingen, mijn muziek, mijn poëzie en de aankondiging van mijn optredens. Gezien dat laatste voorlopig toch niet op de planning zal staan, maak ik de overweging of het grinniken om gekke memes in gekke groepen nog opweegt tegen het corona-leed dat me dagelijks wordt opgedrongen. En dat is inclusief alle discussies onder zo'n nieuwsartikel, die ik dan toch weer lees...
Ik weet inmiddels van de naderende avondklok, en de vliegverkeerstop tussen NL en UK. Ik zie als een berg op tegen het elke avond alleen thuiszitten, en de kans dat vriendje L. nog naar Nederland kan vliegen de komende tijd - met of zonder baan - is dus uitgesloten. Ik bereid me voor op de stilte, de leegte, die we als mensheid al bijna een jaar, af en aan, ervaren.
Ik vind er wel wat van. Van de lockdown, de discussies, de protesten. Ik vind er wat van, maar ik verkondig die mening niet graag en niet gauw. Ik weet immers dat mijn mening er niet toe doet, het verandert niets aan de situatie waar we in zitten, en ik ben alleen maar blij en dankbaar dat ik geen keuzes hoef te maken over volk en land. Het is wachten en uitzitten. Of je het er nou mee eens bent of niet, of je nu gelooft in het dodelijke virus of het afdoet als complot. Het is wachten en uitzitten. Volhouden. Blijven zitten waar je zit. Omgekeerd ballingschap.
Ik mis hem.
Ik zou een stuk kunnen schrijven over hoe wij elkaar ontmoetten, en hoe ik tot over mijn oren verliefd werd. Hoe hij op een vrijdag kwam logeren, en de maandag daarna naar de UK zou vliegen, en hoe hij die vlucht niet nam en 3 maanden aan mijn zijde bleef, zonder enige frictie of onenigheid. Een natuurlijk proces en een natuurlijk gevoel. Als ik zou geloven in "de ware", dan heb ik 'm gevonden. Maar daar geloof ik dus niet in.
Brexit. Covid. Godverdomme.
Ik leef voornamelijk in angst. Niet in angst voor de ziekte zelf, maar wat dat met de wereld doet. Hoe het ons aan banden legt, hoe het onze angst voedt. Wat dat betreft lijkt corona op een wereldwijde schaal op schizofrenie op de persoonlijke. Het gaat niet om de ziekte zelf, het gaat om alle effecten op je zijn, je wezen, je omgeving. Wat niet wegneemt dat ziek zijn an sich niet ook vreselijk is, maar de neveneffecten ervan zijn bijna net zo desastreus. Voor de zelfstandig ondernemers, voor de depressieven, voor de oude oma's in het verzorgingstehuis, voor de lange-afstands-liefdes.
Ik wil niet meer bang zijn. En ik wil niet meer bang gemaakt worden. Ik wil leven alsof er niets aan de hand is.
Ergens doe ik dat ook, al leef ik momenteel onder een steen. Ik verheug me op de dag dat de wereld weer normaal doet, en ik mijn steen weer even weg kan leggen. Niet voor altijd hoor, maar voor even.
Tot die tijd mijd ik alles, of zou ik willen mijden. Het nieuws, de discussies, de angst. Ik probeer de bubbel waarin ik al maanden leef zorgvuldig te beschermen tegen scherpe objecten van buitenaf. Maar alleen in zo'n bubbel is ook maar alleen, en "de mens" verkondigd nieuws en mening nou eenmaal graag. Zo nu en dan, bij afspreken met vriend of vriendin, komt de actualiteit op tafel en hoor ik de zeepbel poppen. Even ben ik terug in de wereld, waar het momenteel dramatisch gesteld is, waar men elkaar de meeste gruwelijke dingen toewenst om het hebben van een andere mening, en waar de meesten het beter lijken te weten dan de ander. En of die ander nou een viroloog, politicus, vriend of dakloze is; IK heb gelijk.
Ik mis hem.
En ik mis de tijd waarin alles nog normaal was. Waarin ik de gekkie in de bubbel was, terwijl de wereld logisch en vanzelfsprekend was. Een tijd waarin alleen de psychoot met betrekkingswanen volle asbakken naar de televisie smeet. De tijd waarin ik, ookal snapte ik zelfs niets van de wereld, mij kon vasthouden aan het gegeven dat "de rest" het alles als bijna vanzelfsprekend begreep en verklaarde.
Ik wacht het af. Ik zit het uit. Onder mijn steen, omringd door mijn zeepbel, terwijl de wereld piept en kraakt, de aarde schudt en buldert, de mensheid vecht en hoont. Ik onttrek me aan dat leven, en doe alsof m'n neus bloedt.
Ik weet van niks.
Comentarios